Werkkleding maakt de man
Steeds vaker kiezen bedrijven ervoor om hun medewerkers in bedrijfskleding te steken. Een professionele uitstraling is vaak de achterliggende gedachte. Als medewerkers er netjes bij lopen, wordt er ook netjes gewerkt; zo is de gedachte. Daarnaast is het voor medewerkers handig, als je werkgever je tegemoet komt. Kleding slijt immers sneller en wordt vlug smerig tijdens het vaak zware werk in magazijnen en distributiecentra. Maar waar moet werkkleding aan voldoen? En waarop moet je letten?
Welk materiaal is het prettigst voor je werkkleding?
Werkomstandigheden en werkzaamheden zijn leidend bij het kiezen van passende werkkleding. Waar en waarvoor worden de kleren gebruikt? De stof speelt hierbij een belangrijke rol. Werkkleding moet gemaakt zijn van goed materiaal, maar tevens comfortabel zitten en praktisch zijn. Katoen draagt prettig, maar wordt sneller vuil. Canvas is stugger, sterk en ziet er stoer uit. Polyester met katoen is goed te onderhouden. Fleece draagt lekker, maar kan soms te warm zijn. En dan hebben we het alleen nog maar over standaard kleding en niet over vlamvertragende kleding of werkkleding tegen extreme kou.
Extra aandacht voor de werkkleding van heftruckchauffeurs
Voor heftruckchauffeurs zijn er bepaalde zaken die extra aandacht verdienen. Om te beginnen het jack. Dat moet kort zijn, zodat je er geen last van hebt tijdens het zitten. Als je jack een strak elastiek in de rug heeft, heb je kans dat het omhoog trekt bij het vastpakken van het stuur. Sommige jassen zijn aan de achterkant langer dan aan de voorkant. Ideaal, want je rug komt zo nooit bloot te liggen en nieren en rug blijven goed beschermd.
Jassen moeten, net als blouses, ruim zitten in de schouders. Hierdoor houd je voldoende bewegingsvrijheid tijdens het sturen en orderpicken. Vaak zijn taillebanden en manchetten aan de mouwen verstelbaar. Als je veel met je armen op de leuning(en) steunt, is extra bescherming voor de ellebogen aan te bevelen.
Hoeveel sets zijn voldoende?
Het is verstandig om medewerkers meerdere kledingstukken te geven. Een richtlijn die vaak wordt aangehouden is: vijf dagen per week werken, drie broeken. Ook voor de bovenstukken is drie een goed aantal. Wat betreft de jas en/of bodywarmer, is een voldoende.
Aparte zomer- en winterkleding is tegenwoordig niet meer nodig, omdat de stoffen zich steeds beter aanpassen aan de temperatuur. Wel kan een afristbare of korte broek een zinvolle aanvulling zijn. Voor jassen is een uitneembare voering een goede optie. Afneembare mouwen zijn minder populair, omdat ze vaak minder prettig zitten en/of tochten.
De kleuren zijn vrijwel altijd al vastgelegd, maar het soort kleding kan worden vrijgelaten. Iedereen heeft immers zijn of haar eigen voorkeur. Door de keuze voor het soort kleding vrij te laten, kan iedere werknemer zelf bepalen of hij of zij bijvoorbeeld lange of korte mouwen wil, liever een bodywarmer draagt of toch een jack.
Opbergruimte in de werkkleding
Een bodywarmer biedt vaak de meeste ruimte om alle spullen op te bergen. En dát blijkt in de praktijk hetgeen waar heftruckchauffeurs en orderverzamelaars de meeste behoefte aan hebben. Veel kledingleveranciers hebben daarom allerlei zakken weggewerkt in de kleding. Ook zijn er borstzakken met extra lusjes om bijvoorbeeld een mes in te hangen. Broeken met extra zakken bieden eveneens veel opbergruimte. Maar bedenk dat bomvolle broekzakken het werken niet altijd prettiger maken.