Heftruckstoel | Zit jij wel goed op een heftruck?

Het grootste deel van de werkdag zit je op de heftruck. Het klinkt relaxed, maar achter elke hobbel of onverwachte beweging liggen rugproblemen op de loer. Een goede stoel is dan ook geen overbodige luxe. Maar je kunt ook zelf veel doen om rugklachten te voorkomen, bijvoorbeeld door de stoel goed in te stellen. Kleine moeite, groot plezier.

Heftruckchauffeurs weten vaak precies waar de hobbels en kuilen zitten in de magazijnvloer. Ze weten als geen ander welke drempel het hoogst is en welke vrachtwagen lastig te laden is omdat het laaddock net niet goed aansluit. Toch stelt lang niet iedere chauffeur de heftruckstoel goed in op lichaamsgewicht en -lengte. Omdat ze niet weten wat de gevolgen zijn, of omdat het ‘te veel moeite’ is. Vreemd toch? Zeker als je bedenkt dat het helemaal niet zo veel moeite is en je met de juiste instelling rugklachten, zeurende pijntjes, tintelingen in de benen of zelfs gevoelloze benen kunt voorkomen.

Rugleuning en zitting van de stoel

Goed zitten begint al met instellen van de juiste werkafstand tot de pedalen, de hendels en het stuur. Om rugklachten te voorkomen, ga je zo ver mogelijk achterin de stoel zitten. Houd altijd contact met de rugleuning en zak niet onderuit.
Stel vervolgens als eerste de rugleuning in. Deze moet zoveel mogelijk steun geven en zo hoog mogelijk aansluiten. Een hoek van 95 tot 115 graden met de zitting geeft vrijwel altijd het beste resultaat. Daarna verplaats je de stoel over de rail naar de juiste positie ten opzichte van pedalen en bediening. Stel de stoel zo ver naar achteren dat de bovenbenen vlak op de zitting kunnen liggen en je makkelijk bij de pedalen komt; zonder los te komen van de zitting. Als er tussen de zitting van de stoel en de knieholtes twee à drie vingers ruimte is, heb je de beste instelling, hoewel dat ook afhangt van de diepte van het zitvlak en de lengte van de chauffeur.

Gewichtsinstelling is van groot belang

De meeste heftruckstoelen zijn bovendien instelbaar op het gewicht van de chauffeur.
Een luchtgeveerde, ‘zelfdenkende’ stoel is het eenvoudigst. Deze stelt zich automatisch in op het juiste gewicht zodra je gaat zitten. Maar ook als het niet automatisch gaat, loont het om de gewichtsinstelling te gebruiken. Je kunt namelijk chronische rugklachten voorkomen.
Voor deze gewichtsinstelling zit er meestal een hendel met een gewichtsindicatie aan de voorkant onder de zitting. Letterlijk in een handomdraai, of met een paar pompbewegingen, verbeter je het rijcomfort aanzienlijk. Draai de vering echter niet verder op om bijvoorbeeld het zicht te verbeteren. Als je dat doet, heb je namelijk minder vering en dus meer last van trillingen.

De lendensteun biedt ondersteuning

Ook de lendensteun, beschikbaar op de betere stoelen, kan een hoop ellende voorkomen. Als je goed achterin zit, vult deze de holte op die overblijft tussen je rug en de rugleuning. Maar pas op dat de lendensteun niet teveel drukt. Het is het beste om de steun aan het begin van de werkdag zo in te stellen dat je hem nét voelt. In de loop van de dag kan de steun altijd nog iets worden opgedraaid of opgepompt.